Het jaar, het jaar, wat ging dat snel!
We renden, we raceten, dat is het wel.
Overal haast om door te gaan.
Geen tijd voor een halte om stil te staan.
Het jaar, het jaar, het ging langszij.
De dagen, de maanden, ze zijn voorbij.
De tijd, de tijd, hij loopt op tijd.
Met rennen, met racen, raak je hem kwijt.
Trap op je rem, die kan omlaag.
En sta dan stil, om te leven vandaag.
geschreven 23-11-2013