wel dagen kan ik zingen
de Vlinderstruik staat op springen,
het bloemstuk van mijn dromen
staat bijna uit te komen
voortdurend kan ik juichen
met vreugde mijn lof betuigen,
mijn zoete tranen stromen
het is niet te ontkomen
hij is aan het ontluiken
de fleurigste aller struiken,
ik ben niet in te tomen
straks laat hij vlinders komen